Lonny van Ryswyck en Nadine Sterk van Atelier NL, zijn uitgeroepen tot ambassadeurs van de komende editie van Dutch Design Week die op 21 oktober van start gaat.

Lonny, Dutch Design Week staat voor de deur, hebben jullie er zin in?
Toen Dutch Design Week ons vroeg als Ambassadeurs schrokken we eerst een beetje, het is een hele eer. We zien dit echt als een kans om een heel groot netwerk aan te spreken en de wereld in kaart te brengen met ons werk.
We doen onderzoek naar zand en kleisoorten in Nederland en Europa. Het is ons nu gelukt om uit lokaal zand glas te maken, in een door onszelf ontwikkelde oven. Met ons project To See a World in a Grain of Sand, verzamelen we zand van over de hele wereld, voor Dutch Design Week vormen we dat om tot een soort glazen wereldkaart. Sinds de zomer hebben al 350 mensen ons zand gebracht en daarmee ook bijzondere verhalen en mooie herinneringen. Zand is laagdrempelig materiaal, iedereen heeft er wat mee. We zijn nu druk bezig met het vullen van de potjes zand en de verhalen en foto’s erbij!

Wat zijn jullie eerdere ervaringen met Dutch Design Week?
We maken al vanaf 2008 deel uit van Dutch Design Week. In 2015 waren we bezig om het voortbestaan van ons atelier te garanderen. We hebben toen een crowdfunding actie opgezet: samen met buurtbewoners hebben we van lokale klei tegels gemaakt en die tijdens Dutch Design Week verkocht. Daarmee hebben we 80.000 euro opgehaald! De bank, met wie we in gesprek waren over financiering van ons atelier, zag toen ons enorme sociale kapitaal en ging overstag.

Wat heeft het internationaal werken jullie gebracht?
Nadine en ik hebben veel gereisd samen,  onder andere naar Peru en Brazilië. Daar kwamen we in contact met mensen en werkplaatsen in hout, keramiek en bamboe. Ik zag dat deze mensen veel meer verbonden zijn met hun directe omgeving. Ik zag toen: je moet het doen met wat voorhanden is. Daar komt zoveel creativiteit bij vrij. Als Atelier NL pakken we het ook zo aan. Dan gingen we bijvoorbeeld ‘s ochtends klei scheppen op verschillende plekken in het land en het verraste ons hoe mooi Nederland eigenlijk is en wat er te vinden is.
Ook geven wij vaak lezingen of workshops in het buitenland. En dat is altijd leuk en goed, je hebt het nodig om te zien hoe dingen werken in andere culturen, om met nieuwe ogen naar je eigen omgeving te kijken en die te waarderen. Dus het internationaal werken brengt ons heel veel.

Wat is de grootste les die je hebt geleerd van internationaal werken?
Tijdens mijn reizen kwam ik tot het besef dat je eigenlijk alle ingrediënten om tot mooie dingen te komen al binnen handbereik hebt. Daar hoef je niet per se voor naar het buitenland. Dat leren we onze studenten (van ArtEZ en Design Academy) ook. Kijk naar je omgeving.Je kunt gewoon op straat dingen vinden en dan onderzoeken wat je ermee kan. Het gaat om het organiseren en ordenen, welk verhaal zit erachter, welke passie raakt het aan, welke herinnering? Dus, je tools zijn om je heen en de verhalen liggen op straat.

Wat adviseer je andere makers die ook buitengaats willen gaan?
Ga voor de uitwisseling van cultuur en sta open voor de cadeautjes die je krijgt. Ga er met open vizier in en laat je verrassen.

Wat zijn jullie plannen voor na Dutch Design Week?
We gaan na Dutch Design Week weer aan de slag met de Earth Alchemy Factory. We zijn bezig om van ons atelier in Eindhoven een plek te maken waar je net als bij een soort van Sjakie en de Chocoladefabriek het hele proces van zand naar glas kunt meemaken. Dit willen we uiteindelijk ook naar andere landen brengen.

Eerder in deze Buitengaats-reeks verschenen interviews met multidisciplinair kunstenaar Akmar,  animator/striptekenaar Aimee de Jongh en acteursgroep Wunderbaum